Het Eerste Verhaal
— J. Chr. de Vries
Soms, maar zeker (en gelukkig) niet heel vaak, krijg ik fanmail. Meestal is dat beleefd bedoelde aandachttrekkerij, in een enkel geval betreft het iets anders, zoals in de onderstaande tekst van Tresa Sioris, een dame van vermoedelijk Italiaanse afkomst, tijdelijk verblijvend in het gehucht Cucugnan, op een steenworp afstand van het Château de Quéribus, een abdij waar zich in de zomer van het jaar 1167 een Kathaars proces afspeelde rond de zogenaamde ‘Afvallige Ketter’: de L’Imparfait Parfait, oftewel de Onzuivere Zuivere, Tharákaz de Nouvière.1)
Sioris schrijft mij dat ze naar aanleiding van mijn tekst ‘Het Laatste Verhaal’ 2) is gaan zoeken naar het ‘Eerste Verhaal’, een onderwerp dat ik ook in mijn tekst aanhaal. Het begin van haar tekst lijkt te verwijzen naar Ludwig Wittgenstein’s beroemde uitspraak in diens Tractatus. Vermoedelijk heeft zij geprobeerd deze uitspraak aan een kritisch onderzoek te onderwerpen, waarbij zij zich buiten de paden van de gangbare gesproken of geschreven taal beweegt, een even intrigerende als hopeloze onderneming. Haar parafrasering duidt op enig ongemak hieromtrent.
Zij besloot het pad te gaan van het lastig te plannen en te beheersen dromen, omdat de taal in onze dromen niet onderworpen is aan de alledaagse wetten en principes van de gesproken en geschreven taal. Ik zal het belangrijkste uit de twee delen van haar tekst hieronder weergeven, en het oordeel erover laat ik uiteraard aan de lezer. Wel wil ik er dit nog over kwijt: ik meen dat Sioris niet minder dan het streven had om het ‘Eerste Verhaal’ op te schrijven. Over de vraag of dit gelukt is of niet zal ik mij hier niet uitlaten, daarover past mij een lankmoedig zwijgen.
Het Zwijgen der Goden
Wat men niet uitschijten kan, moet men niet eten. Wat men niet drinken kan, kan men niet uitpiesen. Alleen in onze dromen hoeft er geen verband te bestaan tussen wat we tot ons nemen en wat we afscheiden. Ik zal het uitleggen.
Uw ‘Laatste Verhaal’ maakte mij nieuwsgierig, want u vertelt daarin ook over het ‘Eerste Verhaal’. Dat verhaal, zo betoogt de blinde Hsiang, kent twee vormen: ofwel alle combinaties van het alfabet, ofwel een blanco boek. Alles of niets. Ik besloot mij eerst te verdiepen in diverse taaltheorieën, maar kwam ik er al snel achter dat dit niet de juiste weg was naar het ‘Eerste Verhaal’. In mijn zoektocht stuitte ik op een merkwaardige geschiedenis over een proces in de zomer van 1167 tegen een Kathaar die van ketterij werd beschuldigd. Het proces vond plaats in het kasteel van Quéribus. Het was overigens niet zozeer die Kathaar die mijn interesse opwekte, maar zijn geliefde, Filège de Kazharát. Er werden voorspellende gaven aan haar toegedicht, voorspellingen, maar ook orakels, die via dromen tot haar kwamen. Ik werd zozeer door haar getroffen, dat ik twintig dagen geleden vanuit mijn huis in Rome naar het dorpje Cucugnan ben gereisd alwaar ik een gîte huurde. Het dorp ligt vlakbij dat Château de Quéribus.
In een verslag van een van haar dromen vermeldt Filège de Kazharát een ontmoeting die zij daarin had met de Egyptische godin Aset. Volgens haar betrof het een wederzijdse droom, een ontmoeting buiten de tijd dus. Dat klonk, moet ik toegeven, ongeloofwaardig, maar aan de andere kant, als het op een mysterieuze wijze toch waarachtig zou zijn, dan zou dit ongekende mogelijkheden geven.
Ik besloot om te onderzoeken of ook ik een ontmoeting binnen een droom zou kunnen verwezenlijken. Het kasteel dat in de twaalfde eeuw fungeerde als een Kathaarse abdij zou mij hierbij kunnen helpen, zo was mijn verwachting, als een soort catalysator. Ik liep uren lang in en rond het kasteel, alle beelden, geuren en geluiden in mij opzuigend, ik verbeeldde mij daarbij dat ik daarbinnen bij het proces aanwezig was. Ik was ervan overtuigd dat het kasteel in mijn dromen zou verschijnen, en ik hoopte dat Filège de Kazharát daar een rol in zou spelen. Opgewonden viel ik in slaap. Het werd een droomloze nacht.
Ondanks de teleurstelling gaf ik het nog niet op. De volgende dag bezocht ik wederom het kasteel, maar nu gewapend met een slaapzak. Die avond zocht ik een beschut plekje in het kasteel en viel na een tijd lang onrustig woelen in mijn slaapzak uiteindelijk in slaap. Het werd geen droomloze nacht deze keer, ik droomde op een gegeven moment van een krijsende vrouw, dat moest Filège de Kazharát zijn, die te keer ging tijdens het proces tegen haar geliefde. Ik werd wakker, het was midden in de nacht en aardedonker, de maan vertoonde slechts een minuscule sikkel, het gekrijs bleek afkomstig van een uil.
— Tresa Sioris, Cucugnan, 25 december 2022
Ik besloot mijn queeste anders aan te pakken, ik zou alle extreme plekken op aarde bezoeken, te beginnen met het dak van de wereld, ik zou de Mount Everest beklimmen, hoger kon je niet komen. Het werd een deceptie, de weg omhoog bleek bezaaid met bergen afval, bevroren etensresten, plastic flessen, lege gasflesjes, kapotte slaapzakken, tenten en lijken. Het was een toeristische vuilnisbelt.
Mijn reis leidde vervolgens naar het Koreaanse eiland Jeju, waar ik met een onderzeeboot de diepte zocht. Ik wist de eigenaar van een duikboot met een flinke zak geld over te halen om naar een diepte van 568 meter te duiken. Ik wilde op die diepte een droom forceren, maar die droom kwam pas tijdens het opstijgen. Dat wil zeggen, het was eerder een geforceerde slaap, de duikbootkapitein (als dat woord toepasselijk is) liet de boot te snel stijgen, en ik raakte daardoor buiten bewustzijn. Een bruikbare droom leverde dit niet op, wel een verblijf van 48 uur in een ziekenhuis. Hierna vertrok ik naar Antarctica, naar de tempels van de Maya’s in Mexico, de Incatempels in Peru, ik experimenteerde er met cocabladeren en andere drugs, alles uit de kast voor een tijdloze droom. Ook bracht ik de nacht exact op de Evenaar door, omdat mijn gewicht daar lager is dan in Europa; ik hoopte dat dit mijn dromen zou beïnlvoeden. Hierna zocht ik naar de heetste plek op aarde en belandde in Las Vegas, waar ik een auto huurde om naar de ‘Death Valley’ te rijden. De volgende stop was de Noordpool, een ijskoude doch droomloze ervaring. Mijn laatste doel was Marakesh, waar zich in de buurt de grot Jebel Irhoud bevond, hier waren botten van de oudst bekende Homo Sapiens gevonden; met naar schatting een ouderdom van 300.000 jaar. Noch de hoogste, laagste, heetste en koudste plekken op aarde, noch die met een lange historie, gaven mij de gewenste droom. Gedesillusioneerd reisde ik terug naar Rome, op de kop af 865 dagen na mijn vertrek stapte ik mijn woning weer binnen.
Ik smeet de voordeur achter mij dicht, liet mijn bagage in de hal en strompelde meteen naar mijn slaapkamer, kleedde mij uit en ging naakt onder de dekens liggen, ik viel meteen in een diepe slaap. En eindelijk droomde ik mijn droom.
Eerst verscheen ik in een droom van Filège de Kazharát, zij droomde van de Egyptische Godin Aset, die op haar beurt eveneens droomde. Via de droom van Filège kwam ik in de droom van Aset terecht, en ik kon zien wat zij droomde. Ik voelde hoe ik in haar droom werd gezogen, het was geen keuze, evenmin een uitnodiging, het was als een zwart gat waar ik werd ingezogen. Via Filège en Aset zag ik de grote Tuin, zonder dat ik deze omschrijving begreep, er was geen afbakening, hij leek oneindig groot. Ik liep door het gras en kwam bij een enorme vijver, het water was diepblauw. Ik boog voorover en keek in een schitterend gezicht met amandelvormige ogen, intelligent, vastberaden en nieuwsgierig, wisselend groen, bruin en blauw van kleur, een rechte neus, hoge jukbeenderen, een sensuele mond en zwart haar dat over de fijngevormde oren viel. Ik kon niet vaststellen of het man of een vrouw was, maar ik hoorde Aset zijn of haar naam fluisteren: Chavādam.
Een zachte bries scheerde over het water, het gezicht van Chavādam werd vervormd door de rimpelingen, ik ging weer rechtop staan en keerde mij om, mijn oog viel op een merkwaardige boom. Ik was verbaasd dat ik die niet eerder heb zien staan. De boom was kolossaal, in omvang en hoogte, maar het meest verbijsterend waren haar vruchten: ze leken op Hebreeuwse letters.
De Boom van Kennis, begreep ik opeens, natuurlijk! En uiteraard waren de vruchten geen appels of peren, de vruchten waren de taal! Ik had het ‘Eerste Verhaal’ gevonden! Maar wat was dat verhaal dan? De schepping van de aarde, de vruchten van de Kennisboom? Waar waren Adam en Eva, en waar was de Levensboom? Wat had die Egyptische Godin hier mee te maken?
Toen ik wakker werd had ik geen idee hoe lang ik had geslapen, de droom leek tenminste een uur geduurd te hebben, maar na een blik op mijn klok bleek dat het in werkelijkheid niet langer dan enkele seconden, of hooguit een halve minuut geduurd kan hebben. Ik stond op en liep naar de keuken om een beker instantsoep te maken en wat water te gaan drinken. Terwijl ik met een dessertlepeltje in de soep roerde om die af te laten koelen dacht ik na over de betekenis van mijn droom. Het mirakel van een droom in een droom in een droom drong vrij snel tot mij door. Het leek wel een film die ik een tijd geleden had gezien, zou ik het mij verbeeld hebben en was het gewoon een projectie van die film? Nadat ik voorzichtig mijn soep had opgeslurpt viel mij een andere gedachte binnen: Er was maar één boom, en ook maar één mens, een wezen waarvan niet viel vast te stellen of het een man of een vrouw was. Was de eerste mens wellicht geslachtsloos? En is de vorming van het begrip gender uit de tijd van na die Hof van Eden? En gold dit dan mutatis mutandis voor het Egyptische godenstel, Aset en Aser?
Volgens kabbalistische theorieën is de Torah van vorm en betekenis veranderd in de tijd na het Hof, vooral in binaire vorm: geboden, verboden, postitief, negatief, groot, klein, liefde, haat, leven, dood, en dus ook: man, vrouw. Het ‘Eerste Verhaal’ zou gezien vanuit die visie het scheppingsverhaal zijn, uiteraard in de verschillende bestaande varianten, maar die zijn onderling goed vergelijkbaar. Toen ik mij weer in bed had gehesen drong zich een laatste gedachte op: al die ‘Eerste Verhalen’ hadden nog een verhaal eronder, bijvoorbeeld in de gedaante van die Boom van Kennis. Een verhaal dat nog geen materiële vorm had gekregen, de vorm bestond uitsluitend uit de oneindig mogelijke combinaties van de letters van het Schrift, incusief de volmaakt blanco variant. Dit zou het werkelijke ‘Eerste Verhaal’ moeten zijn, alleen zou de correcte titel dan het Nulde Verhaal moeten luiden. Maar hierover zwijgen de Goden in alle talen.
— Tresa Sioris, Rome, 18 april 2025
Naschrift
Drie maanden later ontving ik een korte brief van de notaris van Tresa Sioris. Op de envelop stonden diverse, doorhaalde en dus onleesbare adressen, maar uiteindelijk ook, goed leesbaar, mijn huidige adres. Het had kennelijk de nodige moeite en tijd gekost om de brief bij mij te bezorgen. De notaris schreef dat hij tot zijn spijt moest melden dat Tresa Sioris op 20 april 2025 onverwacht was overleden. Tijdens een wandeling, halverwege de beklimming van de Monte Cavo, een middelhoge berg in een natuurpark ten zuiden van Rome, was Tresa Sioris door een giftige slang gebeten. Aangezien er niemand bij haar in de buurt was toen het gebeurde, werd zij pas enkele uren later gevonden, en toen was het te laat om haar nog te redden.
— J. Chr. de Vries, Bonnemort, 1 mei 2025