Labyrint-Ana[04a]

Labyrint-Ana[04a]

J. Chr. de Vries

Op de tast probeer ik mijn weg te vinden, heel in de verte schemert er een zwak, geel licht. Het licht van de ruimte onder mij wordt steeds zwakker. Waarom rook ik niet? Dan zou ik tenminste een aansteker bij mij hebben.

Terwijl ik met een hand langs de muur vegend doorploeter, hoor ik opeens een schrille kreet, de kreet van een kat. Eveen later zoeft er iets tussen mijn benen door, het is de kat die op de vlucht is. Bliksemsnel is hij de trap af gevlogen, en uit het zicht verdwenen. In de verte hoor ik gerommel, alsof er iets nadert. Pas dan dringt het tot mij door, die kat is op de vlucht voor dat monster. Ik draai mij om mijn as en probeer zo snel mogelijk de trap af te rennen. Als ik terug ben in de ruimte aan het begin van de trap is de kat verdwenen. Ik vraag mij af waar naartoe, de trap ernaast op, met het donkere licht, of terug naar die trap ervoor, die naar beneden leidt? Ik blijf even staan om te luisteren of ik de kat kan horen, maar het enige wat ik hoor is het gebonk ergens boven op die trap. Het gebonk is even gestopt, zijn er daarboven meerdere in- of uitgangen of ruimtes aan die trap, en aarzelt het beest in welke richting hij verder zal gaan?

Dan hoor ik de kat miauwen, hij is dus verder naar beneden gegaan, naar de plek waar ik hem eerder naar boven gevolgd ben. Ik besluit hetzelfde te doen, hier is het niet pluis, dus terug omlaag is het devies, weg wezen!