Labyrint-Ana[04e]
— J. Chr. de Vries
Ik loop wat ik ‘Ruimte 1’ noem binnen, die blijkt over te gaan in een gang. Ik ben benieuwd wat het ‘gefluister’ te betekenen heeft. De gang neemt na een meter of tien een haakse bocht naar rechts, en leidt vijftien meter verder naar een gesloten metalen deur. Het ‘gefluister’ is in dit deel van de gang wat sterker, het is eerder een soort gekakel, merk ik nu. Als ik de deurhendel omlaag doe, voel ik dat de deur niet op slot zit. Ik open hem voorzichtig op een kier. Het geluid is meteen veel sterker, het is inderdaad gekakel. Als ik de deur verder open dan zie ik een getralied hekwerk, met daarin weer een deur. Maar mijn verbijstering geldt de aanblik van wat zich achter dat traliewerk bevindt: een bonte verzameling kippen, die als een bezetene, onder luid gekakel, heen en weer hippen rond een tafel. Op die tafel staat een geitenbok parmantig het schouwspel te aanschouwen. Achterin de ruimte bevinden zich enkele kippenhokken en een geitenhok. Een tweede geit ligt half in de opening van zijn hok te slapen. Dan zie ik ook een haan onder de tafel staan, hij gaat met zijn kop beurtelings naar voren en naar achteren, en slaat af en toe een kreet.
Ik probeer of het traliehek ook open kan, dat blijkt inderdaad het geval, er zit bovenaan een grendel die ik gemakkelijk kan openschuiven. Ik open en sluit de deur, laat die beesten niet ontsnappen! Wat doen die beesten hier? Van wie zijn ze? Hopelijk niet van de Demon! Vormen die beesten zijn maaltijd? In dat geval moet ik maken dat ik hier wegkom.
Ik kan mij er nog niet toe zetten hier weg te gaan, ik wil er eerst meer van weten. Die dieren vormen inderdaad een bron van voedsel, alleen al de eieren die ongetwijfeld in die hokken liggen. En dan die geit, niet die op de tafel natuurlijk, maar die slaapkop, die kan gemolken worden, en van die melk kan weer kaas gemaakt worden. Deze dierenruimte betekent voedsel! Ik herinner mij nu dat Ari ooit een geit had, en het beest inderdaad iedere dag melkte, en dat hij van die melk heerlijke kaas maakte. Waar is Ari als je hem nodig hebt! Ik moet hem vinden.
Hoe het ook zij, ik heb nu het begin van een plan, een tactiek zelfs! Ari zal trots op mij zijn. Ik moet de weg naar deze plek op de een of andere manier vastleggen, zodat ik die op mijn verdere onderzoekstochten weer terug kan vinden. Jammer dat ik geen kluwen wol bij mij heb… Ik inspecteer de ruimte verder, dat wil zeggen, van achter het hek, en stel vast dat er maar één ingang is, namelijk die waardoor ik naar binnen ben gekomen.De tweede tactiek die ik nu bedenk bestaat uit een voorraad steentjes, waarmee ik een spoor kan achterlaten. Ik moet ze nog wel vinden natuurlijk, maar dat lijkt mij in dit Labyrint geen enkel probleem, stenen in overvloed. Iets om die in te doen zou handig zijn. Ik loop terug naar ‘Ruimte 1’ en vind daar stenen in overvloed. Voorlopig prop ik die in mijn rugzak. Omdat er van hieruit geen andere route te vinden is, moet ik weer terug naar mijn vorig uitgangspunt.
