Labyrint-Ana[04h]

Labyrint-Ana[04h]

J. Chr. de Vries

Ik loop voorzichting de gang door, die bezaaid is met blokken, wat lastig lopen is. Na ongeveer een kwartier kom ik uit bij een wijde ruimte, waar de gouden gloed overgaat in een feller, meer geel licht. Ik blijf aan het uiteinde van de gang even staan, niet alleen om de zaal wat nauwgezetter in mij op te nemen, maar ook om mijn ogen aan het felle licht te laten wennen. Aan de achterkant van de ruimte zie ik weer een nieuwe gang, mogelijk het vervolg van die waar ik net doorheen ben gelopen. Het felle licht komt duidelijk uit die gang. Ik hoor nu ook dat het zachte geruis dat ik eerst hoorde, nu klinkt als het zwakke, doch onmiskenbare geluid van iets wat klinkt als een elektrische motor. Er zit namelijk een ritmische fluctuatie in de klank, wat zou kunnen duiden op een pompachtige machine.

Voordat ik die vervolggang ga onderzoeken wil ik eerst de rest van de ruimte inspecteren. Ik loop de zaal in het rond, en een stuk links van de ‘vervolggang’ kom ik bij een apart ruimte links achterin de grote zaal om de hoek. Mijn mond valt open van verbazing. Aan het einde van deze ruimte zie ik een enorme metalen deur, met een duidelijke waarschuwing van wat er zich achter bevindt: radioactief materiaal. Aan weerszijden van de deur hangen beschermpakken. Het raadsel van dit Labyrint wordt steeds groter. Waarom weet ik hier helemaal niets van? Wat is er met mijn geheugen aan de hand?

Ik loop terug de grote zaal in, om te beslissen wat ik moet doen. Die radioactieve ruimte is nu geen optie.

De ‘vervolggang’ heeft nu prioriteit, als dat nergens toe leidt kan ik altijd weer terug naar deze ruimte, en kijken of ik de moed kan opbrengen zo’n beschermpak aan te doen en die radioactieve ruimte onderzoeken. Ik hoop dat ik die moed niet kan opbrengen… Sowieso moet ik dit niet doen zonder Ari aan mijn zijde. Het is gewoon te gevaarlijk, zeker om in je eentje te doen. Ik denk trouwens niet dat Ari zou staan te popelen om die deur in te gaan.

Ik loop door de gele gang, met mijn handen als bescherming tegen het licht voor mijn ogen. De gang is zo’n dertig meter lang, en is gelukkig prima begaanbaar, anders dan die eerste gang. De vloer is volmaakt vlak, en dat moet een praktische reden hebben. Geen begin van een idee wat die zou kunnen zijn. Aan het einde van de gang blijf ik verbluft staan. Onder mij strekt zich een enorme, hoge hal uit, vol met vreemde, futuristisch ogende apparaten. Vooral het gigantische ding dat recht voor mij in het centrum staat is spectaculair: een enorme, hoge cilinder dat een geelachtig licht verspreid. Het is een apparaat waarvan de werking mij volledig ontgaat. Om onder in die ruimte te komen moet je een lange, metalen trap af. Maar mijn grootste verbijstering betreft de figuur die ik richting de cilinder zie lopen. Is dat wel een mens?

Dit wordt kiezen uit twee kwaden: de trap af en die ruimte onderzoeken, of toch die vreselijke radioactieve deur in. De kans dat ik ontdek wordt is tamelijk waarschijnlijk. En door wie? Wat voor creaturen werken hier? En wat doe ik hier?