Labyrint-Ana[05c]

Labyrint-Ana[05c]

J. Chr. de Vries

De lift gaat voor mijn gevoel een flink eind naar beneden. Als hij het eindpunt bereikt heeft hoor ik weer de bekende ‘ping’, en de liftdeur gaat open. Ik stap een merkwaardige, donkere, cilindervormige ruimte in, met in de verte een fel blauw licht. Als ik in de richting ervan loop moet ik mijn vingers voor mijn ogen houden. Om mijn ogen wat rust te gunnen draai ik mij om en bekijk de andere kant van de cilinder. In de verte zie ik dat de cilinder overgaat in een rechthoekige gang, met een geel licht aan het uiteinde ervan. De vloer van de gang bestaat uit vreemde, rechthoekige vormen van, wat ik vermoed, metalen objecten. De betekenis ervan is mij volstrekt onduidelijk. Ik ga er even bij zitten, doe mijn rugzak af, en doorzoek de inhoud ervan. Ik vind een ansichtkaart in een leren etui die ik ooit van Ari heb geleend, en dus nooit teruggegeven. Die kaart hebben Ari en ik ooit in een Frans dorpje gekocht, het is een foto van een oud dorpsgezicht, in van die typsiche bruin-witkleuren. Die foto gaat eraan geloven, mompel ik zachtjes voor mij uit. Ik pak een schaartje uit een naai-etuit en knip dunne sleuven in de kaart. Dan knoop ik aan twee kanten van de kaart een wollen draadje, afkomstig uit het etui, en maak aldus een beschermbril die ik om mijn hoofd bind, zodat het blauwe licht gefilterd wordt. Het helpt, denk ik opgetogen, een dame kent soms haar eigen krachten niet. Ook handig voor dat gele licht, want dat ziet er in de verte ook fel uit. En nu de keuze maken.