Labyrint-Ana[06b]

Labyrint-Ana[06b]

J. Chr. de Vries

Ondanks mijn geïmproviseerde zonnebril wordt, hoe dichter ik het licht nader, de intensiteit ervan bijna ondraaglijk. Ik stop even en draai mij om, zodat ik de aanblik van het licht even kan vermijden. Heeft het zin om door te gaan? Waarom zou ik mij zo pijnigen, wat win ik er uiteindelijk bij? Bovendien, die intensiteit van dat licht zou er heel goed op kunnen duiden dat er ook schadelijke straling in aanwezig is, ultravioletlicht of iets dergelijks. Dit is gekkenwerk, ik kan beter omkeren.

Ik loop terug in de richting van het gele licht dat zich aan de andere kant van de lift bevindt. Ik loop tot bij de gang die naar dat gele licht leidt. De vloer ziet er vreemd uit, allemaal metalen dozen of kasten, alsof ik hier in de machinekamer van een of ander apparaat bevindt. Nee, wacht… niet een machinekamer, want die zou geluid maken, en het is hier doodstil. Eerder een digitale schakelkamer, of iets waar berekeningen gemaakt worden, voor een bepaald apparaat.

Voor nu ga ik terug naar de lift, geen van beide lichtobjecten ziet er veelbelovend uit. Althans, niet zozeer dat ze niet interessant zouden kunnen kunnen zijn, maar de intensiteit van het licht maakt elk onderzoek onmogelijk, in ieder geval vanuit deze ruimte. Of ik zou goede apparatuur moeten hebben natuurlijk. Een beschermpak tegen mogelijke straling en een filter voor mijn ogen, om te beginnen. Ik besluit dus terug te gaan, niet naar mijn laatste uitgangspunt, waar ik die lift uitstapte, maar verder terug, naar de plek met die twee liften naast elkaar. Of zelfs nóg verder terug, maar dat kan ik daar wel bekijken.