Labyrint-Ana[09d]

Labyrint-Ana[09d]

J. Chr. de Vries

De hal ligt er nog steeds verlaten bij wanneer ik de lift uitstap. Er is geen enkel geluid te horen, dat stelt mij gerust. Ik voel mij nu ook wat beter, de mist in mijn hoofd lijkt grotendeels te zijn opgetrokken. De benedenverdieping ziet eruit als een kantoor, met vooral veel computerschermen, maar niemand om die te bedienen. Tijd om de rest van dit gebouw te gaan verkennen, ik ging met een van beide roltrappen omhoog, zonder daar een speciale reden voor te hebben.

Bovenaan de roltrappen kom ik in een lege, langwerpige zaal. Aan het einde van de zaal ontdek ik een keuken, met daarachtig een enorme voorraadkamer, waarin niet alleen een flinke hoeveelheid water en andere drank, en dozen met voedsel staan opgestapeld, zowel gevuld met blik als met glazenpotten, maar ook tot mijn verrassing, een flinke stapel matrassen. Duidelijk! Ik ga hier kamp maken!

Ik maak een slaapplek in de lange zaal bovenaan de roltrappen. In de voorraadkamer vind ik bovendien nog dekbedden en kussens. Als er gevaar dreigt dan ben ik dichtbij een vluchtweg, want behalve de beide roltrappen is er ook nog een lift aan de andere kant van de zaal, gezien vanaf de keuken. In de keuken zou ik dan klem zitten. Ik inspecteer de keuken nu nauwkeuriger, en ga een maaltijd klaarmaken, met een blik bonen, een glazen pot met pasta, een blik tonijn en een blikje ananas. Een en ander vervolmaakt met een fles Rioja. De wijnglazen zijn hier van kristal, ze klinken prachtig, met een lange fluittoon. Ik eet in de keuken, maar wel vlak naast de deur, want je weet het maar nooit…

Opeens verstijf ik, ik heb net een stuk tonijn in mijn mond gestopt als ik op de roltrap opeens het hoofd van een androïde tevoorschijn zie komen. Ik wil opspringen en weglopen, maar ik merk nu dat beide vluchtwegen zijn afgesloten, ik moet langs die bot rennen om bij de lift te komen, en de rolltrappen zijn nu sowieso uitgesloten. Stom dat ik hier niet aan gedacht heb! Toch nog teveel watten in mijn brein… Ik trek mij terug in de keuken, en zie dat de bot mijn kant op komt. De voorraadkamer! zeg ik in mijzelf, en ik verstop mij daar achter enkele dozen.

Ik houd mijn adem in, en hoop vurig dat de bot niet de keuken in komt, maar dat blijkt ijdele hoop, ik hoor zijn voetstappen op de stenen keukenvloer ketsen, hij komt steeds dichterbij. Misschien komt hij alleen iets uit de keuken halen… nee hoor, uit de voorraadkamer. Ik duik nog verder weg, ik hoor zijn voetstappen vlakbij mij, dan zie ik zijn armen naar mij reiken, ik sluit mijn ogen, en wacht op het ergste. Maar de bot pakt alleen maar de doos waarachter ik had geprobeerd mij te verstoppen. Even later hoor ik hem de kamer uitlopen, daarna verdwijnt hij uit de keuken.

Hij moet mij gezien hebben, maar hij negeerde mij totaal. Hoe is dat mogelijk? Of zouden al die bots maling hebben aan ons mensen? Ik loop de kamer uit, en schenk mijzelf een flink glas wijn in. In ieder geval is dit een plek waar die bots af en toe langskomen. Misschien moet ik de confrontatie nogmaals aangaan, maar dan dit maal opzettelijk.