Labyrint-Ana[11a]
— J. Chr. de Vries
De androide stapt van zijn segway, en haalt een spuitbus uit zijn rugzak. Hij bestudeert enige tijd de grond en begint die daarna te bespuiten. Ik vermoed dat hij die vlekken aan het verwijderen is. Na een tijdje stopt hij met spuiten en bestudeert de grond weer. Dan spuit hij hier en daar nog wat en stopt de spuitbus weer in zijn rugzak. Hij kijkt nog even in het rond, stapt dan op zijn segway en rijdt weer terug naar waar hij vandaan kwam.
“Die androïde heeft iets met de dood van die vrouw te maken, dat moet wel!” zeg ik. Ik ben zowel verontwaardigd als bang. “Waar komt die robot vandaan? Hebben jullie die wel eens eerder gezien? Wat doet een androïde in een labyrint?”
“Ja, ik heb ze wel eerder gezien,” zegt Manu, “ze zijn nog nooit in de buurt van onze ruïne gesignaleerd, maar wel bij dat blauwe licht. Ik heb nooit contact met ze durven maken, ik denk dat ze niet te vertrouwen zijn.”
We zijn intussen naar de plek gelopen die zojuist is bespoten door de robot. De vlekken zijn inderdaad verdwenen, waarschijnlijk opgelost met behulp van een of andere chemische substantie. “Waarom zou hij dat gereinigd hebben, als het geen bloed was?” vraag ik.
“Dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat die vrouw door de androïde is vermoord,” zegt mijn moeder. “Misschien hebben die androïdes haar alleen maar gevonden, en de boel opgeruimd en schoongemaakt. Misschien zijn die bots een soort politieagenten? Of gewoon een schoonmaakploeg”
“Dat is inderdaad een mogelijkheid. De enige manier om erachter te komen is die androïde achterna gaan, en bespioneren,” zegt Manu.
“Ja, dat ben ik met je eens. We willen sowieso dat blauwe licht onderzoeken, en ik vermoed dat we zonder meer kunnen aannemen dat die bots daar iets mee te maken hebben,” zegt mijn moeder. “Maaar dat lijkt mij geen ongevaarlijk onderneming.”
“Goed, laten we een plan maken. We weten niet wat we aan het einde van deze tunnel zullen aantreffen, we moeten op alles voorbereid zijn. En het liefst contact met die androïden vermijden,” zegt Manu. Intussen deelt hij de zwarte brillen uit.
Ik bekijk de plek nog een keer, en kijk dan omhoog, naar het luik. Als die vrouw daar per ongeluk door naar beneden is gevallen, dan hebben die androïdes daar niets mee te maken. Wat spoken die dan hier uit? Als ze echter door iemand geduwd is, dan is de vraag wie is dat, waarom was dat, en wat spookt díe hier uit?
We hebben onze wapens voor de zekerheid geïnspecteerd, en doorgenomen wanneer wij die inzetten, door wie, en hoe. De boog is natuurlijk duidelijk, maar de sirene en de gasfles nog niet. We besluiten dat mijn moeder de sirene voor haar rekening neemt en ik de gasfles. Ook moeten we nu de oordoppen bij de hand houden, de gasmaskers hangen we los om onze nek, zodat die in één beweging voor ons gezicht geplaatst kan worden. Manu geeft daarvoor het bevel. Wanneer we de gasmaksers om doen, moeten we ons eerst wegdraaien van het licht, omdat de zonnebrillen niet onder de maskers passen. Wanneer alles voor iedereen duidelijk is, gaan we opweg, de tunnel in. We zetten de zonnebrillen op, want het licht wordt al behoorlijk intens.
