Labyrint-Ana[11d]
— J. Chr. de Vries
Na een stevige maaltijd te hebben klaargemaakt, die ons uitstekend smaakte, besluiten we te gaan slapen. Ieder op onze eigen matras. Die androïde zal vermoedelijk pas de volgende dag weer langskomen. En zo niet, Ari ligt tussen mij en de roltrap in.
De volgende ‘ochtend’ — of het echt ‘ochtend’ is weten we niet, we hebben beiden geen enkel besef van tijd — gaat Ari de roltrap af. Met de AI-kaart, zoals we die gedoopt hebben, in zijn zak en de taser in zijn hand. Om de androïde daar op te wachten. Als die, zoals we denken, of hopen, langs hem heen de roltrap opgaat, dan heb ik voldoende tijd om mij te verstoppen. We hebben de tafel aan het andere eind van de gang geposteerd, en daar een flinke hoeveelheid dekbedden over gedrapeerd. Onder de tafel zal ik veilig zijn, want die bot kan mij daar niet zien.
Voor m’n gevoel heb ik uren gewacht voordat er beweging komt bij de ingang van de hal. Van bovenaan de roltrap kan ik de ingang niet zien, maar ik zie wel dat Ari zicht verborgen houdt achter een pilaar, waarschijnlijk om er zeker van te zijn dat het de androïde is die eraan komt, en niet iets of iemand anders. Dan zie ik de bot tevoorschijn komen waarvan ik denk dat we die we eerder hebben gezien, wederom met een doos in zijn handen.
Ari komt tevoorschijn en gaat naast de roltrappen staan. De androïde loopt naar een van de roltrappen, hij keurt Ari geen blik waardig, en laat zich ermee omhoog voeren. Ik maak snel dat ik weg kom, en verstop mij onder de tafel.
