Labyrint-Ari[03b]
— J. Chr. de Vries
Ik zet het op een lopen, de stappen achter mij lijken steeds dichterbij te komen. Zou het de Demon zijn, en is hij mij op het spoor? Terwijl ik verder ren, speur ik naar openingen in de wanden, deuren, of trappen. Ik gun mij geen tijd om de wanden beter te bestuderen, bijvoorbeeld op geheime ingangen, ik meen te horen dat het monster — het moet wel om de Demon gaan! — mij steeds dichter nadert. Harder lopen dan ik nu doe kan ik niet, het licht is gewoonweg te zwak om dat risico te nemen. Als ik val ben ik verloren. Dan stuit ik opeens op een deur. Als ik de deurhendel omlaag doe gaat de deur tot mijn opluchting open. Ik storm naar binnen en sluit de deur meteen achter mij. Ik zoek naar een slot, of iets anders om de deur te blokkeren. Tot mijn verrassing zitten er aan de deur twee stevig uitziende grendels. Ik schuif ze meteen in het slot. Dan druk ik mijn oor tegen de deur om te luisteren wat zich daarachter afspeelt. Na enkele seconden hoor ik het gebonk van zware voetstappen, vergezeld van een akelig gesnuif en gegrom, langs de deur razen. Het monster stuift langs de deur, zonder die nader te onderzoeken.
Ik merk dat ik soms een déjà vu ervaar, ik kom dan niet alleen terug in een ruimte waar ik al eerder geweest meen te zijn, maar ik denk en voel ook precies hetzelfde als die vorige keer. Zou dit een effect van het Labyrint zijn? Het moet gezichtsbedrog zijn, maar toch lijkt het of hier een geheimzinnige hand aan het werk is.
Veel tijd heb ik niet om hier verder over na te denken, ik heb geen tijd om hier langer te blijven staan en een plan te bedenken dat verder reikt dan het onstsnappen aan een monster. Ik inspecteer de ruimte waarin ik mij nu bevind. De ruimte is gevuld met wat licht van onduidelijke herkomst. Ik loop aarzelend verder de ruimte in, totdat ik gestommel achter mij hoor bij de deur. Het monster staat aan de deur te snuffelen, aan zijn gesnuif te horen. Zou hij mij ruiken. Natuurlijk! Dergelijke creaturen beschikken over een geweldig reukvermogen. Hij ruikt dat ik bij die deur ben geweest, en vermoed dat ik mij daarachter bevind. En ja hoor, hij begint op de deur te bonken. Gelukkig is die deur uit het goede hout gesneden, dus ik heb nog wel wat respijt, maar zeker niet voor lang! Tijd om te verkassen!
Ik zet het op een drafje, en na een vijftigtal meters stuit ik op een splitsing: links een gang, en rechts een trap omhoog. Intussen hoor ik achter mij het monster steeds harder op de deur beuken, het is slechts een kwestie van tijd voordat het de deur aan gruzelementen mept. Ik moet dringend een keuze maken. Maar, zo bedenk ik mij, welke keuze ik ook maak, het monster zal dit zonder problemen ruiken. Ik moet een list verzinnen, maar ik heb al te weinig tijd. Het beste wat ik nu kan bedenken is de beide opties te betreden, zodat het niet meteen weet welke kant ik ben opgegaan. Ik loop een eind de ene kant op, keer om, en kies dan toch voor de andere.


