Labyrint-Ari[04d]

Labyrint-Ari[04d]

J. Chr. de Vries

Ik hol de trap op. Na een aantal wendingen kom ik in een bedompte ruimte, er is weinig licht, en maar één uitgang. Ik blijf even staan bij de trap om te luisteren of het monster achter mij aankomt. Ik houd mijn adem in, en luister een volle minuut. Het blijft doodstil. Omdat er maar één uitgang is, aarzel ik daar in te gaan, want als het monster mij volgt loopt het fout af als die uitgang nergens naar leidt. Ik zou liever terug gaan naar een plek met meer uitgangen. Ik moet hopen dat de Demon ofwel die deur niet openkreeg, of dat hij het heeft opgegeven. Zo smakelijk ben ik immers niet. Na een minuut of twintig gewacht te hebben vermoed ik dat hij het inderdaad heeft opgegeven. Wat doen? Toch even die uitgang inspecteren, ik ben hier toch, en veel kwaad kan het niet.

De uitgang blijkt de ingang van een donkere gang, met aan het einde wat licht dat van boven lijkt te komen. Bij dat licht komt de gang uit op een deur, die via een korte trap bereikt kan worden. Ik probeer of ik de deur kan openen, maar dat blijkt niet het geval. Ik ga op de trap zitten om na te denken.

De gang eindigt bij deze deur, die is gesloten, dus er is geen andere optie meer dan terug te gaan naar de splitsing waar ik vandaan ben gekwomen, en hopen dat het monster verdwenen is. Ik denk aan Ana, hoe zou het haar vergaan? Is ze nog in leven? Ik besluit dat ik haar zal gaan zoeken. Ik sta op en loop terug.