Labyrint-Ari[04g]
— J. Chr. de Vries
De trap naar beneden, naar het mysterieuze blauwe licht, is lang, en gaat in diverse wentelingen. Als ik de laatste treden afloop zie ik in de verte, in het centrum van iets wat op een cilinder van blauw licht lijkt, een helblauw licht. Net als toen ik het licht van boven zag, door dat gat — of was het een luik? — is het licht veel te fel om direct in te kijken. Dat probleem heb ik dus met deze neerwaartse actie niet opgelost. Ik loop behoedzaam in de richting van de blauwe kern, mijn vingers van mijn linkerhand voor mijn ogen houdend, om de felheid van het licht nog enigszins te dempen. Nu merk ik nog iets anders op, dat mij niet eerder was opgevallen, ik hoor een zacht, doch onontkoombar geruis, dat op een of andere manier bij dat licht hoort. Of het veroorzaakt wordt door een apparaat dat het licht voortbrengt, of andersom, dat het licht dit geruis veroorzaakt, is op dit moment door mij niet vast te stellen. Als ik dichterbij de kern kom, dan hoor ik bovendien een hoge fluittoon in die ruis, heel zacht, maar onmiskenbaar. Ik nader de kern tot op een meter of twintig, dan blijf ik staan. De fluittoon heeft zich geleidelijkaan omgevormd tot een hoog akkoord, dat bestaat uit boventonen. De toon lijkt te zakken, ik vermoed omdat er steeds meer lagere tonen hoorbaar worden. Het lijkt wel of de ruis zich omvormt tot een spectrum van boventonen. De klank is fascinerend en angstaanjagend tegelijkertijd. Ik loop nog enkele meters in de richting van de kern van het licht. Ik hoor steeds meer lagere tonen.
Is het verstandig om verder te lopen? Niet alleen de klank blijkt te veranderen, ook het volume ervan neemt drastisch toe. Het merkwaardige is dat, terwijl ik aanvankelijk dacht dat het geluisspectrum zich verbreedde (of verdiepte) doordat ik dichter bij de bron kwam, ik nu merk dat de uitbreiding van de klank naar lagere regionen, onafhankelijk is van mijn verplaatsing in de richting ervan. Ter controle loop ik een aantal meters terug, de verandering van het geluid ging gewoon door. De oorzaak van die verandering komt niet doordat ik dichterbij de kern kwam, die wordt door iets anders veroorzaakt! Ik besluit onmiddellijk mijn beweging richting de kern te staken, ik draai mij om en maak mij uit de voeten. Bij de trap aangekomen blijf ik staan en kijk terug richting de kern. Het klankspectrum en het volume van de klank lijkt zich nu te stabiliseren. Als ik een stap de trap op doe, nemen beide zelfs iets af. Ik doe nog enkele stappen de trap op, en weer nemen beide af. Dat was het dus, de klank reageert kennelijk als iemand de kern nadert. Zelfbescherming, alarm, of iets anders?
Nu pas zie ik, tot mijn verbijstering, dat er zich rechts van mij een lift bevindt. Een lift in een labyrint? Wat is hier aan de hand? Wat weet ik eigenlijk van dit Labyrint? Een stortvloed van vragen dringt zich in mij op. Maar ik schuif die voorlopig van mij af, ik moet eerst bepalen hoe ik verder ga. Die blauwe kern moet ik voorlopig laten voor wat het is. Teruggaan doe ik liever niet, dus dan is de lift de enig overgebleven optie.


