Labyrint-Ari[06c]

— J. Chr. de Vries

Het korte gangetje komt uit in een kleine kamer, waar aan de rechterkant een tafeltje en twee stoeltjes staan. Op de tafel zie ik etensresten, een oude broodkorst, een afgekloven klokhuis van een appel en wat mandarijnenschillen. Verder een leeg flesje water. Dat is op zichzelf goed nieuws, want het betekent dat er behalve drank ook voedsel te vinden is in dit Labyrint.
Des te dringender dat ik het kind te spreken weet te krijgen, want die zal ongetwijfeld weten waar je eten kunt vinden. Aan de linkerkant van de kamer zet de gang zich voort, in een rechte lijn. Geen spoor van het kind, dus ik zet het op een drafje. De gang maakt diverse haakse bochten en komt uiteindelijk uit bij een hoge hal.

Er komt een lichtblauw, bijna wit licht vanuit het plafond, ik kan niet zien of dit komt omdat het plafond van glas is, of dat er lampen in zijn gemonteerd, ik zie alleen dat lichtschijnsel. Het is niet heel sterk, maar geeft genoeg licht om de hal goed te kunnen onderzoeken. Ook hier staat een tafel met enkele stoelen, en hier liggen eveneens wat etensresten. Aan het einde van de hal zie ik een trap die naar beneden leidt, ik loop hem af en stuit op een dichtegemetselde muur, midden op de trap. Ik ga de trap weer op en loop langs de wanden van de hal. Ik zie een half geopende liftdeur, met moeite kan ik de deur wat verder openduwen, ik kijk in een lege liftschacht. Verder zie ik geen andere uitgangen. Deze route loopt dood. Ik loop de weg terug naar de andere gang.