Labyrint-Ari[08a1]
— J. Chr. de Vries
Behoedzaam baan ik mij een weg door het rotslandschap in de richting van het geheimzinnige gebouw voor mij. Aan de onderkant ervan verspreid zich een geel licht, dat uit een deuropening lijkt te komen. Ik zie niets of niemand bewegen, maar ik blijf op mijn hoede, want je weet maar nooit of er niet opeens iemand die deur uitloopt. Op een meter of tien voor de ingang blijf ik, verstopt achter een groot stuk rots, een tijdje zitten. Ik hoor het geluid van machines uit de ingang komen. Het zal dus wel een fabriek zijn, maar het is vanaf mijn positie niet te zien wat daar dan geproduceerd wordt. Omdat ik hier niet oneindig lang kan blijven zitten kom ik vanachter de rots vandaan en sluip naar de ingang. Voorzichtig steek ik mijn hoofd om de hoek. Ik zie allerlei grote, mij onbekende machines en apparaten. Er staan een flink aantal vorkheftrucks, lukraak verspreid in de hal. Achterin de hal zie ik enkele figuren rondlopen, het is onduidelijk wat zij aan het doen zijn. Durf ik naar binnen te gaan, dat is de hamvraag. Ik aarzel, om begrijpelijke redenen.
Uiteindelijk laat ik die redenen met rust, en ik stap snel naar binnen en hurk neer achter een groot apparaat. Het is van metaal en voelt warm aan, ik hoor ook erbinnen iets zoemen. Opeens hoor ik een geratel vanaf de andere kant van het apparaat, ik loop voorzichtig naar de andere kant ervan, en zie er een klep die opengaat. Even later spuwt het apparaat een vierkante metalen doos uit, het komt terecht op een grote, houten plaat die voor het apparaat ligt.
De klep sluit zich weer, en een sirene ergens bovenaan het apparaat begint te loeien, een zacht, schel geluid. Ik loop snel weg om mij achter een andere machine te verstoppen. Dat is maar goed ook, het geluid van de sirene heeft meteen gevolgen, van achteraan de hal komt er een heftruck mijn kant op rijden, bestuurd door een androïde naar ik aanneem.
De heftruck komt het metalen pakket ophalen. De androïde ziet mij gelukkig niet, hij plaatst het pakket op de truck en rijdt er weer mee weg. Na een tijdje hoor ik verderop nogmaals een sirene afgaan, en weer wordt daar een pakket opgehaald door een heftruck. Ik loop voorzichtig wat dieper de zaal in, en begrijp nu in ieder geval dat hier bepaalde objecten gemaakt worden, zonder echt een idee te hebben waarvoor die dienen. Het valt mij op dat er geen vast ritme zit in dit proces van pakketten ophalen. Soms gebeurt er een tijd lang helemaal niets, dan weer worden er twee of drie pakketten vlak na elkaar, of soms zelfs tegelijkertijd, opgehaald. Het lijkt mij niet veel zin hebben om nog dieper de hal in te gaan, dus ik beweeg mij weer in de richting van de ingang. Ik blijf nog heel even wachten.
Opeens hoor ik buiten het krakende geluid van wielen die door rotsblokken rijden. Ik duik snel weg achter een apparaat. Net op tijd, een elektrische vrachtwagen komt de hal inrijden, hij rijdt door naar de achterkant van de hal. Daar beginnen enkele androïdes de pakketten in de wagen te laden. Na enige tijd is de wagen vol, en rijdt weg. Wegwezen, denk ik.

